zondag 7 januari 2018

2017 was voor veel soorten niet zo'n best jaar

Vorige week schreef ik dat 2017 geen gek jaar was voor de soortenrijkdom in de polders. De Veerpolder leverde het grootste aantal soorten op sinds 2014 en de Hennepoelpolder zelfs het hoogste aantal ooit.
Ook wat betreft het gemiddeld aantal vogels per telling per maand was 2017 geen slecht jaar in vergelijking met de voorgaande 5 jaar.

Gemiddeld aantal vogels per telling per maand in de Veerpolder vergeleken
met de afgelopen 5 jaar (2012-2016).
Gemiddeld aantal vogels per telling per maand in de Hennepoelpolder
 vergeleken met de afgelopen 5 jaar (2012-2016).

Echter, als ik dezelfde gegevens uitwerk per soort, dan valt op dat voor veel individuele soorten 2017 helemaal niet zo'n best jaar was en dat het redelijk stabiele gemiddeld aantal vogels vooral op het conto komt van de ganzen. Veel soorten lieten lage tot zeer lage aantallen zien. Hieronder een overzicht van de ontwikkelingen van de belangrijkste soorten.

De eenden

Voor de Wintertalingen, Krakeenden en de Slobeenden was 2017 een slecht jaar. De aantallen Wintertalingen en Krakeende in beide polders en Slobeenden in de Hennepoelpolder waren laag.





Lage aantallen Wintertalingen, Krakeenden en Slobeenden in 2017
vergeleken met de voorgaande 5 jaar (2012-2016).
Voor de Bergeend en de Kuifeend gaat 2017 in de Veerpolder de boeken in als een relatief goed jaar, maar de aantallen zijn voor deze 2 soorten wel aanzienlijk lager dan van de Wintertaling en de Slobeend.


Relatief hoge aantallen Bergeenden en Kuifeenden in 2017 vergeleken met
de voorgaande 5 jaar (2012-2016).

De ganzen

Het aantal Grauwe Ganzen is in 2017 verder toegenomen, zij het minder sterk dan in de voorgaande jaren. Maar het plafond lijkt nog steeds niet bereikt. En dit is nu juist een soort die niet verder toe hoeft te nemen. Sterker nog, ik denk dat het gebied gebaat zou zijn met een afname. Rond het broedseizoen sloopt de Grauwe Gans flinke delen van het riet. Ze banjeren door de rietkragen en eten het jonge riet in grote hoeveelheden op. Regelmatig heb ik Grauwe Ganzen hele plukken jong riet zien uittrekken.


Hoge aantallen Grauwe Gans in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).
De toename van de Grote Canadese Ganzen lijkt wel gestopt te zijn in 2017.


Gemiddeld aantallen Canadese Gans in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).

De steltlopers

Voor de Grutto was 2017 een gemiddeld jaar. Na een enorme piek in 2013 (1216 exemplaren in maart) heeft er een afname plaatsgevonden, maar in 2017 steeg het maximale aantal in een telling weer. In maart zaten er maximaal welgeteld 693 en kwam het gemiddelde die maand uit op 352.

Gemiddelde aantallen Grutto's in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).
Met de Tureluur gaat het al jaren slecht in het gebied. 2016 was tot nog toe het dieptepunt en 2017 leverde iets meer op, maar de tientallen exemplaren die in de periode 2009-2011 regelmatig aanwezig waren worden al lang niet meer gehaald.

Gemiddelde aantallen Tureluurs in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).
Ook de Watersnippen lieten het in 2017 grotendeels afweten. Nog nooit telde ik er zo weinig in de herfstmaanden augustus-oktober.

Gemiddelde aantallen Watersnippen in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).

De ralachtigen

Vorige week liet ik al zien dat de Meerkoet, voorheen één van de meest talrijke soorten in de Veerpolder, in aantal heel sterk is afgenomen. Hetzelfde blijkt te gelden voor het Waterhoen in de Hennepoelpolder. In de Veerpolder was het wel een goed voorjaar voor deze vogel en een gemiddelde tweede helft van het jaar.


Gemiddelde aantallen Waterhoenen in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).
De Waterral liet in 2017 een gemiddeld aantal exemplaren zien, vergeleken met de afgelopen 5 jaar. Vanwege de lage aantallen heb ik hier geen grafiek van gemaakt.

De rietvogels

Voor de rietvogels blijkt 2017 een redelijk goed jaar te zijn geweest. Met name in de Veerpolder zijn de aantallen toegenomen, een trend die de afgelopen jaren is ingezet met de toename van het aanwezige riet. Opvallend was dat de eerste Rietzangers in de Veerpolder en de Hennepoelpolder op dezelfde dag werden gescoord. Normaliter wordt eerst de Hennepoelpolder bevolkt en daarna pas de Veerpolder.

Gemiddelde aantallen Rietzangers in 2017 vergeleken met de voorgaande
5 jaar (2012-2016).
De Veerpolder leverde minimaal 4 territoria op voor de Kleine Karekiet, het hoogste aantal sinds het begin van de tellingen. In de Hennepoelpolder lag het aantal territoria op 6-7, een gemiddeld aantal.


Voor de Kleine Karekiet was het een goed jaar in de Veerpolder en een
gemiddeld jaar in de Hennepoelpolder.
De Bosrietzanger was in 2017 met maximaal 4 zingende exemplaren aanwezig in de tellingen, 1 in de Veerpolder en 3 in de Hennepoelpolder.

Opvallend was de lange aanwezigheid van Baardmannetjes. Vanaf begin november tot aan het einde van het jaar was deze schitterende vogel te zien en bovenal te horen.

1 opmerking:

  1. Interessant om te lezen, ikzelf loop meestal in het voorjaar en de zomer in de polder en de afname van tureluurs was mij ook al opgevallen, maar ook de andere steltlopers (ruiters) heb ik amper gezien. Ook minder kleine plevieren dacht ik. In de Hennepoelpolder was het soms echt stil, het water stond vaak zo hoog, ik kan mij een jaar herinneren dat daar ook van de slikplaten waren waarop plevieren en kieviten (ook jonge kieviten) zaten. Maar, dit jaar heb ik wel de blauwborst weer gezien en gehoord (ehh, vorig jaar 2017). Misschien komend weekend eens kijken of de baardmannetjes er nog zijn. groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.