Bosruiter - Tringa glareola
De Bosruiter is tussen april en augustus te zien in de polders, met name in de Veerpolder. De periode 2009-2014 laat afwisselend goede en minder goede jaren zien, waarbij 2011 het beste jaar was qua aantallen en aantal waarnemingen. Dat patroon van goede en slechte jaren is vergelijkbaar met het patroon bij de Kemphaan.De polders worden steeds minder bezocht door de Bosruiter, met in 2014-2017 jaarlijks maar 1 exemplaar in 1-2 tellingen. Na 2018 zat de Bosruiter helemaal niet meer in de tellingen, maar is hij in de periode 2019-2021 nog wel een enkele keer gemeld.
Bosruiter, Veerpolder. |
Bosruiter: Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling
en percentage tellingen met Bosruiters, Veerpolder. |
Jaar
|
Eerste telling
|
Laatste telling
|
Max
|
2009
|
25 april
|
20 september
|
6
|
2010
|
16 mei
|
04 juli
|
4
|
2011
|
22 april
|
16 juli
|
14
|
2012
|
29 april
|
08 juli
|
7
|
2013
|
28 april
|
21 juli
|
3
|
2014
|
27 april
|
27 april
|
1
|
2015
|
23 augustus
|
23 augustus
|
1
|
2016
|
24 juli
|
24 juli
|
1
|
2017
|
14 mei
|
09 juli
|
1
|
In februari komen de eerste Grutto’s terug uit het zuiden. Het begint met een enkel exemplaar, maar halverwege maart zit de Veerpolder vol met honderden Grutto’s.
Grutto's, Veerpolder. |
De Grutto gebruikt de Veerpolder als slaapplaats en na de lange trek als plaats om bij te komen. Eind maart zijn de meeste al weer vertrokken naar de broedgebieden elders. Na maart zijn er nauwelijks nog Grutto’s aanwezig, tot er juni-juli weer kleine aantallen langskomen aan het begin van de trek naar de wintergebieden.
Om de grote aantallen te zien is het meestal nodig om ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat te gaan kijken. Vaak verlaten de Grutto’s in de loop van de ochtend de polder om ergens in de polders ten noordoosten van Leiden te gaan foerageren. Ze komen dan voor zonsondergang weer terug. Dit dagpatroon is tot begin maart nog niet zo sterk aanwezig, maar wel vanaf de tweede helft van maart.
Ontwikkeling gemiddeld aantal per tellingen en percentage tellingen met Grutto's, Veerpolder. |
Tijdens de tellingen zie ik regelmatig IJslandse Grutto’s in de groep. Omdat deze, zeker als ze nog niet op kleur zijn, voor mij lastig te onderscheiden zijn van de ‘gewone’ Grutto’s, tel ik ze niet apart.
Telgemiddelde per maand 2021 vergeleken met de laagste en hoogste waarde over 2009-2020, Veerpolder. |
De Grutto broedt niet in de Veerpolder.
Jaar
|
Eerste telling
|
Laatste telling
|
Max
|
2009
|
01 maart
|
23 augustus
|
91
|
2010
|
28 februari
|
22 augustus
|
166
|
2011
|
13 februari
|
14 augustus
|
446
|
2012
|
26 februari
|
06 augustus
|
664
|
2013
|
17 februari
|
28 juli
|
1213
|
2014
|
23 februari
|
17 augustus
|
662
|
2015
|
15 februari
|
05 juli
|
825
|
2016
|
22 februari
|
24 juli
|
278
|
2017
|
16 februari
|
20 augustus
|
693
|
2018
|
26 januari
|
05 augustus
|
1046
|
2019
|
17 februari
|
07 juli
|
494
|
2020
|
09 februari
|
07 juni
|
576 |
2021
|
02 maart
|
18 juli
|
162 |
De Kemphaan bezoekt de polders voornamelijk tijdens de trekperiodes, maar kan de hele periode tussen maart en augustus gezien worden. April en juli zijn de beste maanden. Een heel enkele keer komt er één langs tijdens de wintermaanden.
Kemphaan, Hennepoelpolder. |
Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage tellingen met Kemphanen,Veerpolder. |
De laatste melding van een Kemphaan in de polders is van 24 april 2019. Sindsdien zat er niet één meer in de tellingen en hebben ook andere vogelaars er geen meer gemeld.
Jaar
|
Eerste telling
|
Laatste telling
|
Max
|
2009
|
25 april
|
23 augustus
|
4
|
2010
|
13 juni
|
04 juli
|
5
|
2011
|
27 maart
|
16 juli
|
15
|
2012
|
29 januari
|
08 juli
|
7
|
2013
|
24 maart
|
28 juli
|
5
|
2014
|
29 juni
|
29 juni
|
1
|
2015
|
15 maart
|
05 juli
|
3
|
2016
|
10 juli
|
24 juli
|
7
|
2017
|
30 april
|
30 april
|
3
|
2018
|
25 maart
|
01 juli
|
20
|
2019
|
20 januari
|
23 april
|
3
|
Kluut - Recurvirostra avosetta
De Kluut was in de eerste jaren een bijzonderheid en kwam slechts zelden voor in de tellingen. Vanaf 2015 echter lijkt het gebied geschikter geworden voor deze mooie verschijning. In 2016 zat de Kluut in 14 tellingen, met een maximum van 8 exemplaren. Het gemiddelde aantal Kluten per telling is sindsdien licht toegenomen, om na een piek in 2019 weer te gaan dalen.
In de Veerpolder zijn paringen waargenomen, maar tot broeden is het nog niet gekomen. In 2018 leek er even aan een nest gewerkt te worden, maar als dat zo was, was het niet succesvol.
Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en aantal tellingen met Kluten,Veerpolder. |
Twee Kluten in maart 2016, Veerpolder. |
Oeverloper - Actitis hypoleucos
De Oeverloper is in de maanden april-september te vinden in de polders. Zowel in de Veerpolder als in de Hemmepoelpolder scharrelt deze soort over de droogvallende randjes van het land. In de Veerpolder is de Oeverloper aan het afnemen, in de Hennepoelpolder stabiel.Oeverloper in de Veerpolder. |
|
Scholekster - Haematopus ostralegus
De Scholekster komt in februari terug in de polders, meestal kort voordat de Grutto’s terugkomen. De aanwezigheid van de Scholekster is de afgelopen jaren aan het afnemen. Was er in de jaren 2011-2013 sprake van 3- broedparen, in de jaren daarna daalde dat naar 1 in 2018. Niet elk broedpaar is even succesvol. Alleen in 2011 heb ik van 3 broedparen de
len gezien. In andere jaren bleef het beperkt tot slechts 1-2 succesvolle nesten. Van de paar nesten waaruit 3 pullen voort kwamen, hebben nooit meer dan 2 het vliegvlug stadium bereikt en in een aantal gevallen slechts 1.
In juli-september verlaat de Scholekster de polders weer.
Scholekster met pul, Veerpolder. |
Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage tellingen met Scholeksters, Veerpolder. |
Jaar
|
Eerste telling
|
Laatste telling
|
Max
|
2009
|
22 februari
|
05 juli
|
6
|
2010
|
28 februari
|
04 juli
|
7
|
2011
|
13 februari
|
16 juli
|
13
|
2012
|
19 februari
|
08 juli
|
12
|
2013
|
03 maart
|
01 september
|
8
|
2014
|
09 februari
|
14 september
|
10
|
2015
|
15 februari
|
7
|
|
2016
|
28 februari
|
6
|
|
2017
|
16 februari
|
16 juli
|
4
|
2018
|
04 maart
|
15 juli
|
4
|
2019
|
17 februari
|
19 augustus
|
3
|
2020
|
07 maart
|
19 juli
|
6
|
2021
|
21 februari
|
04 juli
|
3
|
De Tureluur is in de polders voornamelijk aanwezig tussen februari-maart en juli, maar kan ook buiten deze periode soms gezien worden.
Sinds 2009 is de Tureluur sterk in aantal afgenomen, terwijl het aantal tellingen waarin ze zijn waargenomen redelijk stabiel rond de 20 ligt. Zaten er in het begin nog wel eens meer dan 30 Tureluurs in de Veerpolder, in 2013 bleef het maximum steken op 9. De piek in aantallen ligt in juni-juli. 2015 liet een tijdelijke opleving zien van de aantallen, met een maximum van 37 in juni. De laatste jaren lijkt er een klein beetje herstel op te treden, al zijn we nog ver verwijderd van de aantallen van 2009-2010.
De Tureluur heeft in 2009-2011 gebroed in beide polders. Het verdwijnen van geschikte stukken grasland is waarschijnlijk de reden dat er na 2012 geen broedgevallen meer waren.
Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage tellingen met Tureluurs, Veerpolder. |
Jaar
|
Eerste telling
|
Laatste telling
|
Max
|
2009
|
01 maart
|
05 juli
|
46
|
2010
|
28 februari
|
03 oktober
|
38
|
2011
|
13 februari
|
11 december
|
12
|
2012
|
26 februari
|
04 november
|
16
|
2013
|
17 februari
|
28 juli
|
9
|
2014
|
02 maart
|
06 juli
|
10
|
2015
|
15 maart
|
||
2016
|
06 maart
|
24 juli
|
8
|
2017
|
02 april
|
09 juli
|
14
|
2018
|
18 maart
|
22 juli
|
40
|
2019
|
24 maart
|
07 juli
|
3
|
2020
|
22 maart
|
31 mei
|
2
|
2021
|
02 mei
|
13 juni
|
5
|
De Watersnip is het gehele jaar aanwezig in de polders. De grootste aantallen worden echter aangetroffen in de herfstperiode (aug-dec). Zowel de Veerpolder als de Hennepoelpolder trekken de Watersnip. Het tellen van deze vogel is met name in de Hennepoelpolder lastig, omdat daar veel plaatsen zijn die vanaf het pad niet te overzien zijn. In de Veerpolder is dat minder het geval, maar ook hier zitten de Watersnippen vaak verborgen tussen de vegetatie. Tijdens de tellingen komt het regelmatig voor dat het in een groep opvliegen leidt tot een aanzienlijk hoger aantal dan tot op dat moment gezien op de grond. Het werkelijke aantal aanwezige exemplaren ligt vermoedelijk dan ook hoger dan uit de cijfers naar voren komt.
Tussen 2009-2013 is de Watersnip in beide polders zowel in aantallen als in aantal tellingen afgenomen. In 2014 heeft een herstel plaatsgevonden. Met name in de Hennepoelpolder is het aantal per telling sterk gestegen dankzij het vrijkomen van een nieuwe ondiepe oever ten zuidwesten van het gemaal. 2015 leverde minder exemplaren, maar wel meer tellingen met Watersnippen. In de Veerpolder lijkt sprake van een gestage afname, met af en toe een beter jaar. In de Hennepoelpolder lijken de aantallen redelijk gestabiliseerd sinds 2017.
Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage tellingen met Watersnippen, boven=Veerpolder; onder=Hennepoelpolder. |
Witgat - Tringa ochropus
Het Witgatje is het gehele jaar waar te nemen in de polder, met de grootste trefkans in het voorjaar en het einde van de zomer. In de eerste jaren van de tellingen was de aanwezigheid in de Veerpolder duidelijk groter dan in de Hennepoelpolder, maar dat verschil wordt steeds kleiner.
Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage tellingen met Witgat, Veerpolder. |
Witgat in de Veerpolder. |
Zwarte Ruiter - Tringa erythropus
De Zwarte Ruiter was een zeldzame vogel in de tellingen, hoewel hij toch regelmatig werd gemeld uit de polders. Tot 2013 zat hij in meerdere tellingen per jaar. Vanaf die tijd ging het maximaal om 1 exemplaar per jaar.
Als de Zwarte Ruiter de polders aan doet, dan is dat altijd in zeer lage aantallen (1-3). De eerste waarnemingen zijn van maart, de laatste van september.
Jaar
|
Eerste
|
Laatste
|
Max
|
2009
|
20 april
|
16 augustus
|
2
|
2010
|
28 maart
|
02 mei
|
2
|
2011
|
13 maart
|
04 september
|
3
|
2012
|
28 juni
|
12 augustus
|
2
|
2013-2015
|
nvt
|
nvt
|
0
|
2016
|
10 juli
|
10 juli
|
1
|
2017
|
02 juli
|
02 juli
|
1
|
2018
|
nvt
|
nvt
|
0
|
2019
|
14 april
|
14 april
|
1
|
De volgende soorten komen af en toe langs in de polders. Ze worden ofwel in minder dan 5 tellingen per jaar waargenomen ofwel niet elk jaar. Het gaat hier om 2 soorten snippen (Bokje en Houtsnip), 5 soorten strandlopers (Bonte, Krombek-, Kleine en Temmincks Strandloper en Kanoet), 2 soorten ruiters (Groenpootruiter, Kleine Geelpootruiter) en de Steltkluut en de Wulp.
Overige Snippen
Het Bokje zat zes keer in de tellingen, in 2010, 2011, 2014, 2017, 2019 en 2020. Vier keer was dat in het voorjaar, in 2010 en 2017 in het voorjaar. Deze kleine snip wordt elk jaar voornamelijk in de periode maart-mei waargenomen in de polders. Door zijn onopvallendheid is hij echter moeilijk waar te nemen. Het is dan ook waarschijnlijk dat het Bokje de polders vaker aandoet dan uit de tellingen naar voren komt.
Bokje in de Veerpolder, 20 april 2015. |
De Houtsnip was tussen 2009 en 2014 een vaste gast in de winter. Het ging tijdens de tellingen maar om 1 exemplaar per jaar, behalve in 2012 toen hij in twee tellingen zat. Na 2014 duurde het tot 2018 voordat de Houtsnip weer opdook in een telling. Ook daarna zat hij in één of meerdere tellingen per jaar. De Houtsnip lijkt blijkens de gemelde gevallen op waarneming.nl vooral in de ochtend in de polders te zitten.
Strandlopers
Van de strandlopers die het gebied aandoen, waren de Temmincks en de Bonte Strandloper tot 2016 vrijwel jaarlijks te vinden in de Veerpolder. Naast deze twee soorten, zat ook de Krombekstrandloper éénmaal in de tellingen (11 november 2011). Buiten de tellingen zijn de Kanoet (24 augustus 2012) en de Kleine Strandloper (1 september 2013 en 6 mei 2016) in de Veerpolder waargenomen.
Kleine Strandloper, Veerpolder, 6 mei 2016. |
Temmincks Strandlopers, Veerpolder. |
De Bonte Strandloper en de Temmincks Strandloper deden de Veerpolder met name tijdens de voorjaarstrek aan. Daarbij ging het bij de tellingen om 1-3 exemplaren tegelijkertijd. De Bonte wordt ook tijdens de najaarstrek (aug-okt) waargenomen in het gebied, maar in nog lagere aantallen. In 2009 kon ik in het najaar drie keer Bonte Strandlopers tellen, in 2012 één maal.
De Groenpootruiter is nog steeds een vaste, zij het sporadische gast in de polders. Ik heb hem in de helft van de jaren niet in de tellingen gehad. Het aantal meldingen op waarneming.nl is in de jaren ook sterk afgenomen. Van maart tot augustus/september maak je echter nog steeds kans er één of enkele te treffen, zoals 2 exemplaren in de telling van 27 april 2014.
Groenpootruiter in de Veerpolder, 12 mei 2016. |
In 2013 werd de Veerpolder 2 dagen bezocht door een Kleine Geelpootruiter, een Noord-Amerikaanse soort. Op 3 en 4 september liep hij rond in de Veerpolder. Deze vogel zat voor en na die data in de Starrevaart, Leidschendam. Veel vogelaars hadden hem daar al gezien, dus bleef het hier bij een gezellige drukte aan vogelaars.
Kleine Geelpootruiter, Veerpolder. |
Steltkluut en Wulp
Eerste Steltkluut waargenomen in de Veerpolder, 28 april 2016. |
Op 28 april 2016 werd de Veerpolder bezocht door een volwassen vrouwtje Steltkluut. Dat was een donderdag, dus buiten de vaste tellingen. In 2017 was het dan wel raak tijdens een telling (18 juni). Een schitterende vogel die ik de komende jaren iets vaker hoop te treffen. Hoewel de aantallen laag blijven, lijkt er een significante toename te zijn van de aanwezigheid van de Steltkluut in Nederland. Dus, wie weet.
De Wulp zat in de periode 2009-2021 slechts een enkele keer in de tellingen, op 14 augustus 2011 en 4 maart 2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.