Zangers (Acrocephalidae, Cettidae, Phylloscopidae, Sylviidae en Locustellidae)

Bosrietzanger - Acrocephalus palustris 

Een van de lastigere soorten, omdat hij zo lijkt op de Kleine Karekiet en met zijn zang allerlei andere soorten kan nabootsen. Maar met een beetje training is de Bosrietzanger op zang duidelijk vast te stellen. De eerste Bosrietzanger van het jaar doemt begin-medio mei op in de Hennepoelpolder. Van 2009 tot en met 2018 was dat bijna standaard in de rietkraag aan de noordkant. Dat is een rietkraag met verspreid staande boompjes en de Bosrietzanger is ook regelmatig in die boompjes te vinden. Met het verruigen van een deel van het terrein, wordt het ook steeds geschikter voor deze zanger en nemen de waarnemingen toe.

Bosrietzanger.

Tabel: Eerste en laatste telling met de Bosrietzanger in het telgebied. Tussen haakjes de eerste melding op waarneming.nl, als die afwijkt van de eerste telling. Max=maximaal aantal in één telling.

Jaar
Eerste
Laatste
Max
2009
24 mei (18 mei)
14 juni
2
2010
23 mei (13 mei)
27 juni
2
2011
11 mei
16 juli
2
2012
13 mei (10 mei)
08 juli
2
2013
19 mei
16 juni
1
2014
25 mei (22 mei)
20 juli
4
2015
14 mei
09 augustus
1
2016
29 mei (24 mei)
29 mei
1
2017
14 mei
18 juni
4
2018
06 mei
24 juni
5
2019
19 mei (07 mei)
21 juli
9
2020
10 mei
26 juli
10
2021
16 mei
11 juli
5

In het telgebied Veerpolder kwam de Bosrietzanger in het begin nauwelijks. Wel was hij regelmatig te horen en te zien op het treintalud aan de oostkant. Sinds 2018 neemt het percentage tellingen en het aantal exemplaren per telling gestaag toe. Ook hier duidt de toename op een verruiging van (een deel van) het gebied. Tussen halverwege juli en halverwege augustus vertrekken de Bosrietzangers weer uit de polders, op weg naar hun overwinteringsgebieden in tropisch Afrika.

Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage
tellingen met Bosrietzangers in de Veerpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage
tellingen met Bosrietzangers in de Hennepoelpolder.

Kleine Karekiet - Acrocephalus scirpaceus 

De Kleine Karekiet was als rietgebonden vogel echt een soort van de Hennepoelpolder. De laatste jaren is de hoeveelheid riet in de Veerpolder toegenomen en ook daar zitten nu redelijk wat Kleine Karekieten. De vogels in de Veerpolder bezetten normaal gesproken later hun territoria, waaruit blijkt dat deze minder gewild zijn dan die in de Hennepoelpolder. In de Hennepoelpolder zijn Kleine Karekieten overal waar zich rietkragen bevinden te vinden. De hoogste concentraties bevinden zich in de rietkragen tussen de sloten in het zuiden en in de rietkraag langs de noordkant van het gebied.

Kleine Karekiet, Hennepoelpolder.

Tabel: Eerste en laatste telling met de Kleine Karekiet in het telgebied. Tussen haakjes de eerste melding op waarneming.nl, als die afwijkt van de eerste telling. Max=maximaal aantal in één telling.

Jaar
Eerste
Laatste
Max
2009
10 mei (9 mei)
20 september
6
2010
18 april
22 augustus
10
2011
22 april (19 april)
25 september
10
2012
04 mei (29 april)
09 september
13
2013
28 april (18 april)
21 augustus
7
2014
27 april (15 april)
07 september
9
2015
30 april
18 oktober
12
2016
01 mei
18 september
10
2017
30 april (24 april)
03 september
14
2018
22 april (18 april)
23 september
14
2019
27 april (23 april)
15 september
16
2020
26 april (23 april)
30 augustus
11
2021
02 mei (23 april)
15 augustus
14

Het aantal broedparen in de Hennepoelpolder is over de top heen en aan het dalen. In de jaren 2010-2012 schat ik dat er 8-10 broedparen waren. Inmiddels is dat gezakt naar ongeveer 6. De schattingen zijn gebaseerd op het maximale aantal waargenomen Kleine Karekieten in juni. Die waarnemingen gaan meestal op geluid. 

De laatste Kleine Karekieten verlaten tussen eind augustus en eind september het gebied. Dat zijn vaak de juvenielen van dat jaar. Ik heb de indruk dat de oudervogels eerder vertrekken, omdat de laatste waarnemingen vrijwel altijd juvenielen betreffen. In 2015 kwam op 18 oktober nog een laat exemplaar langs op weg naar Afrika.

Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage
tellingen met Kleine Karekieten, Hennepoelpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage
tellingen met Kleine Karekieten, Veerpolder.

Kleine Karekiet: Telgemiddelde per maand in 2021 vergeleken met
het gemiddelde over 2009-2020, Hennepoelpolder.

De Kleine Karekiet lijkt vooralsnog minder last te hebben van het afnemende rietareaal in de Hennepoelpolder dan de Rietzanger. Ook hier geldt dat de Veerpolder een deel van de afname opvangt en dat de lage aantallen het lastig maken harde uitspraken te doen.

Rietzanger - Acrocephalus schoenobaenus

De allereerste gemelde Rietzanger in het gebied was een exemplaar in de Hennepoelpolder in de telling van 25 april 2009. Voor die datum is er nooit één gemeld. Voor mij is het een vaste gast in de polders, maar blijkbaar is dat niet altijd zo geweest. Net als de andere twee Acrocephalus-soorten was de Rietzanger de eerste teljaren een soort van de Hennepoelpolder. Vanaf 2015 benadert het aantal territoria in de Veerpolder echter dat in de Hennepoelpolder.

Rietzanger, Hennepoelpolder.

Tabel: Eerste en laatste telling met de Rietzanger in het telgebied. Tussen haakjes de eerste melding op waarneming.nl, als die afwijkt van de eerste telling. Max=maximaal aantal in één telling.

Jaar
Eerste
Laatste
Max
2009
25 april
10 mei
1
2010
16 mei (17 april)
12 september
3
2011
03 april (1 april)
16 juli
9
2012
15 april (8 april)
08 juli
7
2013
21 april (14 april)
28 juli
5
2014
30 maart
20 juli
8
2015
12 april (9 april)
16 augustus
5
2016
17 april (9 april)
24 juli
7
2017
02 april
23 juli
10
2018
15 april (10 april)
22 juli
8
2019
08 april (03 april)
21 juli
12
2020
05 april 
02 augustus
11
2021
05 april (31 maart)
15 augustus
14

In 2010 had ik pas op 16 mei de eerste Rietzanger in de tellingen. Dat is erg raar, omdat hij toen al een maand lang gemeld werd. Wat daar mis is gegaan weet ik niet, want normaliter heb ik hem de eerste telling na de eerste melding wel te pakken.

Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage
tellingen met Rietzangers, Veerpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal per telling en percentage
tellingen met Rietzangers, Hennepoelpolder.

Rietzanger: Telgemiddelde per maand in 2021 vergeleken met
het gemiddelde over 2009-2020, Hennepoelpolder.

De aantallen variëren van jaar tot jaar, maar de algemene trend lijkt dat de Rietzanger in de Hennepoelpolder langszaam in aantal afneemt. De laatste jaren neemt het rietareaal af en daarmee ook de mogelijkheden voor de Rietzanger. Het gaat altijd om lage aantallen, dus een significante afname is moeilijk vast te stellen. Desalniettemin maak ik me zorgen over deze soort in dit gebied.

Snor - Locustella luscinioides

Toen ik in de zomer van 2008 voor de eerste keer ’s avonds de polders bezocht, zat er een Snor te zingen in de Hennepoelpolder. Wat een heerlijk geluid was dat. Maar sindsdien hebben we deze vogel moeten missen. Tot 2013, toen er weer één opdook in de Hennepoelpolder. Het werd zelfs een paartje en op 1 september kon ik minimaal 1 jong vaststellen. Het werd gevoerd door de ouders in een rietkraag tegenover de molen. In juli 2021 heeft er ook een week één in de Hennepoelpolder gezeten.

Snor, Hennepoelpolder.

Overige zangers

De andere zangers die af en toe in het telgebied waargenomen worden, horen eigenlijk meer thuis op het treintalud of in de bomen net buiten het telgebied. Het gaat om de Tjiftjaf, de Fitis, de Braamsluiper en de Grasmus. De Tjiftjaf is tijdens de herfsttrekperiode (augustus-september) regelmatig, maar in kleine aantallen te vinden in de boompjes aan de rand van het gebied. De Braamsluiper en de Grasmus zitten voornamelijk in het struweel op het treintalud. Deze laatste twee maken af en toe de oversteek naar het elzen-berkenbosje aan de oostkant van het gebied en zitten dan binnen het telgebied. Wandelend over het pad rond de polders zijn ook de Zwartkop (onder andere bij de oude werf) en de Tuinfluiter (aan de noordwestkant van de Veerpolder) soms te horen.

Grasmus met nestmateriaal in de Hennepoelpolder, april 2018.
In 2018 heeft de Grasmus genesteld in een braamstruweel in de Hennepoelpolder, nabij het bruggetje naar de Veerpolder. Het was de eerste keer dat deze soort langdurig in het telgebied verbleef en niet aan de rand van het gebied.

Ook in 2018 kregen de polders bezoek van 2 Cetti's Zangers. Één zat in een stuk riet in de Veerpolder, de ander zwierf rond in de Hennepoelpolder, voornamelijk in de buurt van de historische werf. De eerste waarneming was van 6 oktober 2018 en in ieder geval één exemplaar is gebleven tot begin maart 2019. In oktober 2019 keerden er weer 2 Cetti's zangers terug in het gebied.

Cetti's Zanger in de Hennepoelpolder, november 2018.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.